aantal bezoekers
dinsdag 14 december 2010
madredeus - antologia
- O Pastor - 3:44
- Vem - 3:08
- Oxalá - 5:51 (Faixa nova)
- Haja O Que Houver - 4:29
- Guitarra - 3:45
- A Andorinha da Primavera - 3:04
- Céu da Mouraria - 3:41
- As Ilhas Dos Açores - 5:04
- As Brumas Do Futuro - 3:37
- Ao Longe O Mar - 3:45 (Faixa nova)
- O Sonho - 5:06
- Alfama - 3:28
- O Paraíso - 6:30
- A Vaca de Fogo - 5:01
- O Mar - 5:33
- Ainda - 7:18
- O Tejo - 4:10
Het eerste album werd geregistreerd in hun repetitieruimte, niet meer gebruikt abbey in Lissabon. De opname was vooral zware toe te schrijven aan oorverdovende onderbrekingen om de 5 minuten van de de tramdienst van Lissabon, die direct hierboven liep. Ter ere van deze onvermijdelijke aanwezigheid in hun elke prestaties, noemden zij zich na het nabijgelegen eindpunt van de lijn, Madre DE Deus (Moeder van God), verkortte aan lokaal Madredeus.
In 1993, verliet Pedro Ayres Magalhães tijdelijk de band en werd vervangen in levend overleg door José Peixoto (Klassieke guitar). Magalhães verenigde de groep weer die recenter, tot het maakt a sextet met twee gitaristen.
Zij gaven verscheidene albums vrij en werden zeer populair in Portugal, maar bleven vrij onbekend buiten het land. Dit veranderde in 1994 toen Wim Wenders, geïmponeerd door hun muziek, vroeg Madredeus om in zijn movie te presteren Het Verhaal van Lissabon - de sound-track gaf de band internationale bekendheid. Dank aan dat, Madredeus spreidde hun vleugels aan de wereld uit en veroverde ventilators van allen over Europa, Zuid-Amerika, Afrika en Azië.
In 1994 verliet Rodrigo Leão de band om een carrière die, solo te beginnen door Carlos Maria Trindade wordt vervangen (toetsenbord synthesizer).
In 1997 verlieten Francisco Ribeiro en Gabriel Gomes de band aangezien de stijl van Madredeus begon zijn fadowortels met de versie van te verlaten O Paraíso. Op dit ogenblik Fernando Júdice (Akoestische basguitar) werd verzocht om zich bij hen aan te sluiten, om huidige lineup, opnieuw a te vormen quintet. Madredeus heeft meer dan 3 miljoen albums wereldwijd verkocht.
The founding members of the band were Pedro Ayres Magalhães (Classical guitar), Rodrigo Leão (keyboard synthesizer), Francisco Ribeiro (cello), Gabriel Gomes (accordion) and Teresa Salgueiro (vocals). Magalhães and Leão formed the band in 1985, Ribeiro and Gomes who joined in 1986. They had searched for female singer, and found Teresa Salgueiro in one of Lissabon'de clubs at night. Teresa liked their music and came to join match, so in 1987 Madredeus recorded their first album, Os dias da Madredeus.
The first album was recorded in their rehearsal space, not used abbey in Lisbon. The recording was especially heavy due to deafening interruptions every 5 minutes of the Lisbon tram service that ran directly above. In honor of this unavoidable presence in their every performance, they named after the nearby end of the line, Madre de Deus (Mother of God), shortened to local Madredeus.
In 1993, Pedro Ayres Magalhães temporarily left the band and was replaced in live discussions by José Peixoto (Classical guitar). Magalhães united the group, more recently, making it a sextet with two guitarists.
They gave several albums free and became very popular in Portugal, but remained relatively unknown outside the country. This changed in 1994 when Wim Wenders, impressed by their music, asked Madredeus to perform in his movie Lisbon Story - the soundtrack gave the band international fame. Thanks to that, Madredeus spread their wings to the world and won fans from all over Europe, South America, Africa and Asia.
In 1994 Rodrigo Leão left the band to a career, starting a solo by Carlos Maria Trindade be replaced (keyboard synthesizer).
In 1997 Francisco Ribeiro and Gabriel Gomes left the band as Madredeus began his style of fado roots with the release of leaving O Paraíso. Currently Fernando Judice (acoustic basguitar) was invited to join them to join, get current lineup, again to form a quintet. Madredeus has over 3 million albums sold worldwide.
maandag 13 december 2010
yasmin levy -mano suave
De Israelische zangeres Yasmin Levy is geen zangeres die zich in een hokje laat stoppen. Op Mano Suave gaat ze op zoek naar haar Joods-Spaanse roots en ze zingt de nummers in de bijna uitgestorven taal Ladino, ook wel het Judeo Spaans genoemd. Deze taal werd door de Spaanse Joden gesproken tot ze in de 15e eeuw verbant werden of zich tot het Katholicisme moesten bekeren.
Genoeg geschiedenis, want het gaat om de muziek. Yasmin Levy weet met Mano Suave een brug te slaan tussen Famenco en Fado en Ladino is dankzij de Spaans-Hebreeuwse herkomst zo herkenbaar in de klankkleur dat het voor de vluchtige luisteraar niet eens op zal vallen dat het geen Spaans of Portugees is.
Yasmin Levy heeft verder niet bespaard op muzikanten. De creme de la creme op het gebied van wereldmuziek heeft ze weten te strikken. Ook hier schuwt ze de historie niet door onder andere het gebruik van een rietfluit. Een eeuwenoud Perzisch instrument dat gelijk ook een sugestie wekt van duizend-en-een-nacht.
Yasmin Levy heeft de stem van een engel en weet met Mano Suave niet alleen een cultureel erfgoed veilig te stellen, maar ze heeft ook een hele mooie én toegankelijke cd gemaakt waarbij ze het beste weet te halen uit meerdere werelden.
The Israeli singer Yasmin Levy is not a singer who is in a box to quit. Mano Suave to go in search of her Jewish-Hispanic roots and sings the songs in the almost extinct Ladino language, also called the Judeo Spanish. This language was spoken by Spanish Jews in the 15th century until they were banished or had converted to Catholicism.
Enough history, because it is the music. Yasmin Levy Mano Suave knows a bridge between Famenco and Fado Ladino and thanks to the Spanish-Hebrew origin as apparent in the tone that the volatile listener will not even notice that it is not Spanish or Portuguese.
Yasmin Levy has also not spared from the musicians. The creme de la creme in the field of world she managed to snare. Again, she warns the history does not include the use of a reed flute. An ancient Persian instrument that even as a sugestie awakens from a thousand and one nights.
Yasmin Levy is the voice of an angel and knows Mano Suave a cultural heritage not only secure, but she also has a beautiful and accessible CD which made them able to get the best from several worlds.
Genoeg geschiedenis, want het gaat om de muziek. Yasmin Levy weet met Mano Suave een brug te slaan tussen Famenco en Fado en Ladino is dankzij de Spaans-Hebreeuwse herkomst zo herkenbaar in de klankkleur dat het voor de vluchtige luisteraar niet eens op zal vallen dat het geen Spaans of Portugees is.
Yasmin Levy heeft verder niet bespaard op muzikanten. De creme de la creme op het gebied van wereldmuziek heeft ze weten te strikken. Ook hier schuwt ze de historie niet door onder andere het gebruik van een rietfluit. Een eeuwenoud Perzisch instrument dat gelijk ook een sugestie wekt van duizend-en-een-nacht.
Yasmin Levy heeft de stem van een engel en weet met Mano Suave niet alleen een cultureel erfgoed veilig te stellen, maar ze heeft ook een hele mooie én toegankelijke cd gemaakt waarbij ze het beste weet te halen uit meerdere werelden.
The Israeli singer Yasmin Levy is not a singer who is in a box to quit. Mano Suave to go in search of her Jewish-Hispanic roots and sings the songs in the almost extinct Ladino language, also called the Judeo Spanish. This language was spoken by Spanish Jews in the 15th century until they were banished or had converted to Catholicism.
Enough history, because it is the music. Yasmin Levy Mano Suave knows a bridge between Famenco and Fado Ladino and thanks to the Spanish-Hebrew origin as apparent in the tone that the volatile listener will not even notice that it is not Spanish or Portuguese.
Yasmin Levy has also not spared from the musicians. The creme de la creme in the field of world she managed to snare. Again, she warns the history does not include the use of a reed flute. An ancient Persian instrument that even as a sugestie awakens from a thousand and one nights.
Yasmin Levy is the voice of an angel and knows Mano Suave a cultural heritage not only secure, but she also has a beautiful and accessible CD which made them able to get the best from several worlds.
zondag 12 december 2010
martin scorsese presents "THE BLUES" a musical journey
The Blues, exclusief geproduceerd door Martin Scorsese, bestaat uit zeven speelfilms die de essentie van de blues tijdens het verkennen van hoe deze vorm van kunst , de muziek en mensen beïnvloed hebben over de hele wereld.
De serie begint met een reis ,van Afrika naar de Mississippi Delta, waar de muziek groeide uit slaven 'veld gezang, werk liederen en spirituals, vervolgens reist men van de Mississippi naar The Juke Joints, houseparty's en opnamestudio's van Memphis naar Chicago, en culmineert met een emotionele omhelzing van deze Afro-Amerikaanse creatie door muzikanten en mensen over de hele wereld.
"De blues is tegelijk Amerikaanse en wereldse, 'zei Martin Scorsese, die werken aan het project, begon zes jaar geleden. 'Het is een vorm van vertellen, dat zo universeel is , dat heeft mensen buiten onze grenzen geïnspireerd en blijft de muziek invloed hebben , hier en in het buitenland. We zijn hoopvol dat de serie 'Year Of The Blues' nieuw publiek over de hele wereld, deze muziek zal introduceren en ook te inspireren zegt scorsese.....Of ze rock of hip hop wilt, beter inzicht hebben in de strijdt en de genie die de geboorte gaf aan wat we vandaag naar luisteren.
'Ons doel was nooit om een definitieve werk te maken van de blues,'heeft Scorsese toegevoegd. 'Het was vanaf het begin, om zeer persoonlijke reden om impressionistische films te maken, gezien door de ogen van de meest creatieve regisseurs ,met een passie voor deze muziek '
De Blues is het hoogtepunt van een grote ambitie voor Scorsese, naar de muziek die hij liefheeft, eer om haar erfenis te bewaren en om nauw samen te werken met getalenteerde speelfilm bestuurders verenigd in hun verlangen om deze kunst te vieren.
Ga achter de schermen voor meer informatie over The Blues, met film samenvattingen, directeur bios en cijferlijsten, videoclips, muzikant bios, en een discografie voor elke film
The Blues, executive produced by Martin Scorsese, consists of seven feature-length films that capture the essence of the blues while exploring how this art form so deeply influenced music and people the world over.
The series begins with the journey from Africa to the Mississippi Delta, where the music grew from slaves' field hollers, work songs and spirituals, then travels up the Mississippi River to the juke joints, house parties and recording studios of Memphis and Chicago, and culminates with the emotional embrace of this African-American creation by musicians and people throughout the world.
'The blues is at once American and worldly,' said Martin Scorsese, who began work on the project six years ago. 'It's a form of storytelling that is so universal that it has inspired people beyond our borders and continues to influence music here and abroad. We're hopeful that the series and 'Year Of The Blues'will introduce new audiences worldwide to this music and also inspire kids, whether they like rock or hip hop, to better understand the struggles and genius that gave birth to what they listen to today.'
'Our goal never was to produce the definitive work on the blues,' Scorsese added. 'It was, from the start, to create highly personal and impressionistic films as seen through the eyes of the most creative directors around with a passion for this music.'
The Blues is the culmination of a great ambition for Scorsese, to honor the music he loves, to preserve its legacy and to work closely with talented feature film directors united in their desire to celebrate this art.
Go behind the scenes for more information on The Blues, with film synopses, director bios and transcripts, video clips, musician bios, and a discography for each film
zaterdag 20 november 2010
atahualpa yupanqui - lo mejor ....
Yupanqui werd geboren als Héctor Roberto Chavero Haram in Pergamino (provincie Buenos Aires), in de Argentijnse pampa's, op ongeveer 200 kilometer van Buenos Aires. Zijn familie verhuisde naar Tucumán toen hij tien was. Ter ere van twee legendarische Inca-koningen nam hij Atahualpa Yupanqui als artiestennaam, een naam die hijzelf wereldberoemd maakte.
Vroeg in zijn carrière reisde hij rond en in Noordwest-Argentinië en in de altiplano (hoogvlakte in de Andes) waar hij de indiaanse cultuur bestudeerde. Op politiek vlak radicaliseerde hij, en werd lid van de toenmalige communistische partij van Argentinië. In 1931 nam hij deel aan de opstand van de gebroeders Kennedy (Roberto, Mario en Eduardo ) en moest vluchten naar Uruguay. Hij keerde terug in 1934.
In 1935 bezocht Yupanqui voor het eerst Buenos Aires: zijn composities werden populair en hij werd uitgenodigd voor radio-optredens. Kort daarop maakte hij kennis met de pianiste Antonieta Paula Pepin Fitzpatrick (bijnaam "Nenette"), die zijn levensgezellin werd en samen met en voor hem werkte en componeerde onder de artiestennaam "Pablo del Cerro". Samen kregen zij een zoon Roberto.
Wegens zijn lidmaatschap van de communistische partij (tot 1952), werd zijn werk gecensureerd gedurende de regeerperiode van Juan Perón. Hij werd verschillende keren gearresteerd en opgesloten. In 1949 vertrok hij naar Europa, en werd door Édith Piaf uitgenodigd om op te treden in Parijs in juni van hetzelfde jaar. Hij maakte vervolgens een uitgebreide concerttournee in Europa.
In 1952 keerde Yupanqui terug naar Buenos Aires. Hij brak met de communistische partij, waardoor hij meer kansen kreeg voor radio optredens.
De erkenning voor Yupanqui's ethnographisch werk kwam tijdens de 1960s, en nueva canción artiesten zoals Mercedes Sosa en Jorge Cafrune namen zijn composities op en maakten hem populair bij de jonge muzikanten, die hem Don Ata noemden.
Yupanqui woonde afwisselend in Buenos Aires en Cerro Colorado in de provintie Córdoba. In 1963-1964 toerde hij in Colombie, Japan, Marokko, Egypte, Israël, en Italië. In 1967 toerde hij in Spanje en vestigde zich in Parijs. Hij keerde regelmatig terug naar Argentinië, maar deze bezoeken werden zeldzamer nadat de militaire dicatuur van Jorge Videla aan de macht kwam in 1976.
Yupanqui stierf in Nîmes, Frankrijk in 1992 - hij was 84 jaar oud; hij werd begraven op het Cerro Colorado kerkhof
Yupanqui was born as Héctor Roberto Chavero Haram in Pergamino (Buenos Aires province), in the Argentine pampas, about 200 km from Buenos Aires. His family moved to Tucumán when he was ten. In honor of two legendary Incan kings took Atahualpa Yupanqui as artist name, a name he made famous.
Early in his career he traveled around in Northwestern Argentina and in the altiplano (high plateau in the Andes) where he studied Indian culture. On the political front, he radicalized and joined the then Communist Party of Argentina. In 1931 he took part in the uprising of the Kennedy brothers (Roberto, Mario and Eduardo) and had to flee to Uruguay. He returned in 1934.
In 1935, Yupanqui visited Buenos Aires for the first time, his compositions became popular and was invited to radio shows. Shortly after he met the pianist Antonieta Paula Pepin Fitzpatrick (nicknamed "Nenette), who was his partner and together with and worked for him and wrote under the stage name" Pablo del Cerro ". Together they had a son, Roberto.
Because of his membership in the Communist Party (until 1952), his work was censored during the reign of Juan Peron. He was repeatedly arrested and imprisoned. In 1949 he moved to Europe, and Edith Piaf was invited to perform in Paris in June of that year. He then made an extensive concert tour in Europe.
In 1952, Yupanqui returned to Buenos Aires. He broke with the Communist Party, making him more chances, radio appearances.
The recognition of Yupanqui's ethnographical work came during the 1960s, and nueva canción artists like Mercedes Sosa and Jorge Cafrune names are compositions and made him popular with young musicians, who called Ata Thurs.
Yupanqui lived alternately in Buenos Aires and Cerro Colorado in Cordoba province. In 1963-1964 he toured in Colombia, Japan, Morocco, Egypt, Israel, and Italy. In 1967 he toured Spain and settled in Paris. He regularly returned to Argentina, but these visits became rarer after the military dictatorship of Jorge Videla came to power in 1976.
Yupanqui died in Nimes, France in 1992 - he was 84 years old, he was buried in the cemetery Cerro Colorado
Vroeg in zijn carrière reisde hij rond en in Noordwest-Argentinië en in de altiplano (hoogvlakte in de Andes) waar hij de indiaanse cultuur bestudeerde. Op politiek vlak radicaliseerde hij, en werd lid van de toenmalige communistische partij van Argentinië. In 1931 nam hij deel aan de opstand van de gebroeders Kennedy (Roberto, Mario en Eduardo ) en moest vluchten naar Uruguay. Hij keerde terug in 1934.
In 1935 bezocht Yupanqui voor het eerst Buenos Aires: zijn composities werden populair en hij werd uitgenodigd voor radio-optredens. Kort daarop maakte hij kennis met de pianiste Antonieta Paula Pepin Fitzpatrick (bijnaam "Nenette"), die zijn levensgezellin werd en samen met en voor hem werkte en componeerde onder de artiestennaam "Pablo del Cerro". Samen kregen zij een zoon Roberto.
Wegens zijn lidmaatschap van de communistische partij (tot 1952), werd zijn werk gecensureerd gedurende de regeerperiode van Juan Perón. Hij werd verschillende keren gearresteerd en opgesloten. In 1949 vertrok hij naar Europa, en werd door Édith Piaf uitgenodigd om op te treden in Parijs in juni van hetzelfde jaar. Hij maakte vervolgens een uitgebreide concerttournee in Europa.
In 1952 keerde Yupanqui terug naar Buenos Aires. Hij brak met de communistische partij, waardoor hij meer kansen kreeg voor radio optredens.
De erkenning voor Yupanqui's ethnographisch werk kwam tijdens de 1960s, en nueva canción artiesten zoals Mercedes Sosa en Jorge Cafrune namen zijn composities op en maakten hem populair bij de jonge muzikanten, die hem Don Ata noemden.
Yupanqui woonde afwisselend in Buenos Aires en Cerro Colorado in de provintie Córdoba. In 1963-1964 toerde hij in Colombie, Japan, Marokko, Egypte, Israël, en Italië. In 1967 toerde hij in Spanje en vestigde zich in Parijs. Hij keerde regelmatig terug naar Argentinië, maar deze bezoeken werden zeldzamer nadat de militaire dicatuur van Jorge Videla aan de macht kwam in 1976.
Yupanqui stierf in Nîmes, Frankrijk in 1992 - hij was 84 jaar oud; hij werd begraven op het Cerro Colorado kerkhof
Yupanqui was born as Héctor Roberto Chavero Haram in Pergamino (Buenos Aires province), in the Argentine pampas, about 200 km from Buenos Aires. His family moved to Tucumán when he was ten. In honor of two legendary Incan kings took Atahualpa Yupanqui as artist name, a name he made famous.
Early in his career he traveled around in Northwestern Argentina and in the altiplano (high plateau in the Andes) where he studied Indian culture. On the political front, he radicalized and joined the then Communist Party of Argentina. In 1931 he took part in the uprising of the Kennedy brothers (Roberto, Mario and Eduardo) and had to flee to Uruguay. He returned in 1934.
In 1935, Yupanqui visited Buenos Aires for the first time, his compositions became popular and was invited to radio shows. Shortly after he met the pianist Antonieta Paula Pepin Fitzpatrick (nicknamed "Nenette), who was his partner and together with and worked for him and wrote under the stage name" Pablo del Cerro ". Together they had a son, Roberto.
Because of his membership in the Communist Party (until 1952), his work was censored during the reign of Juan Peron. He was repeatedly arrested and imprisoned. In 1949 he moved to Europe, and Edith Piaf was invited to perform in Paris in June of that year. He then made an extensive concert tour in Europe.
In 1952, Yupanqui returned to Buenos Aires. He broke with the Communist Party, making him more chances, radio appearances.
The recognition of Yupanqui's ethnographical work came during the 1960s, and nueva canción artists like Mercedes Sosa and Jorge Cafrune names are compositions and made him popular with young musicians, who called Ata Thurs.
Yupanqui lived alternately in Buenos Aires and Cerro Colorado in Cordoba province. In 1963-1964 he toured in Colombia, Japan, Morocco, Egypt, Israel, and Italy. In 1967 he toured Spain and settled in Paris. He regularly returned to Argentina, but these visits became rarer after the military dictatorship of Jorge Videla came to power in 1976.
Yupanqui died in Nimes, France in 1992 - he was 84 years old, he was buried in the cemetery Cerro Colorado
donderdag 18 november 2010
lhasa - the living road
1. Con Toda Palabra (4:30)
2. La Marée Haute (3:25)
3. Anywhere On This Road (4:36)
4. Abro La Ventana (4:03)
5. J'arrive A La Ville (5:58)
6. La Frontera (3:02)
7. La Confession (3:43)
8. Small Song (2:25)
9. My Name (4:15)
10. Pa' Llegara Tu Lado (4:32)
11. Para El Fin Del Mundo O El Ano Nuevo (4:22)
12. Soon This Space Will Be Too Small (4:47)
'The living road' verschilt in veel opzichten van 'La Llorona', het debuutalbum van Lhasa de Sela en haar vaste begeleider Yves Desrocher. Ze is nu meer ingetogen, introvert, laat de muziek zijn werk doen. Elk lied op dit album is een juweel. De arrangementen zijn tot in de kleinste details uitgewerkt maar blijven fris. De teksten zijn pure poëzie. Was haar eerste album helemaal Spaanstalig, nu wisselt ze Spaans af met Engels en Frans. Dat heeft alles te maken met haar persoonlijkheid en met het feit dat ze woont en werkt in Mexico, de VS, Canada en Frankrijk. Hoe groot de verschillen tussen de verschillende composities ook zijn, het album vormt een geheel. Bij deze muziek vliegen er bij wijze van spreken grote vlinders naar binnen. Muziek die iedere keer dat je luistert weer iets nieuws onthult. Een verademing!
"The living road 'differs in many respects" La llorona ", the debut album by Lhasa de Sela and her regular accompanist Yves Desrochers. She is now more subdued, introverted, let the music do its work. Each song on this album is a gem. The arrangements are worked out in great detail but remain fresh. The lyrics are pure poetry. Was her first album entirely in Spanish, she now alternates Spanish with English and French. It has everything to do with her personality and the fact that she lives and works in Mexico, the USA, Canada and France. How big the differences between the various compositions are, the album is a whole. This music fly so to speak inside large butterflies. Music that every time you listen reveals something new. A relief!
2. La Marée Haute (3:25)
3. Anywhere On This Road (4:36)
4. Abro La Ventana (4:03)
5. J'arrive A La Ville (5:58)
6. La Frontera (3:02)
7. La Confession (3:43)
8. Small Song (2:25)
9. My Name (4:15)
10. Pa' Llegara Tu Lado (4:32)
11. Para El Fin Del Mundo O El Ano Nuevo (4:22)
12. Soon This Space Will Be Too Small (4:47)
'The living road' verschilt in veel opzichten van 'La Llorona', het debuutalbum van Lhasa de Sela en haar vaste begeleider Yves Desrocher. Ze is nu meer ingetogen, introvert, laat de muziek zijn werk doen. Elk lied op dit album is een juweel. De arrangementen zijn tot in de kleinste details uitgewerkt maar blijven fris. De teksten zijn pure poëzie. Was haar eerste album helemaal Spaanstalig, nu wisselt ze Spaans af met Engels en Frans. Dat heeft alles te maken met haar persoonlijkheid en met het feit dat ze woont en werkt in Mexico, de VS, Canada en Frankrijk. Hoe groot de verschillen tussen de verschillende composities ook zijn, het album vormt een geheel. Bij deze muziek vliegen er bij wijze van spreken grote vlinders naar binnen. Muziek die iedere keer dat je luistert weer iets nieuws onthult. Een verademing!
"The living road 'differs in many respects" La llorona ", the debut album by Lhasa de Sela and her regular accompanist Yves Desrochers. She is now more subdued, introverted, let the music do its work. Each song on this album is a gem. The arrangements are worked out in great detail but remain fresh. The lyrics are pure poetry. Was her first album entirely in Spanish, she now alternates Spanish with English and French. It has everything to do with her personality and the fact that she lives and works in Mexico, the USA, Canada and France. How big the differences between the various compositions are, the album is a whole. This music fly so to speak inside large butterflies. Music that every time you listen reveals something new. A relief!
woensdag 17 november 2010
calle 54 -latin jazz
Disk 1
1. Panamericana - Paquito D'Rivera
2. Samba Triste - Eliane Elias
3. Oye Cómo Viene - Chano Dominguez
4. Earth Dance - Jerry Gonzalez & The Fort Apache Band
5. From Within - Michel Camilo
6. MEDLEY: Introducción/Llamerito/Tango-Bolivia - Gato Barbieri
7. New Arrival - Tito Puente
8. Caridad Amaro - Chucho Valdés
Disk 2
1. Afro-Cuban Jazz Suite - Chico O'Farrill
2. Lágrimas Negras - Bebo Valdés
3. Compa Galletano - Puntilla Y Nueva Generación
4. La Comparsa - Bebo Valdés
5. That's All It Was - Eliane Elias
6. Cómo Fue - Chano Dominguez
7. Parisian Thoroughfare - Paquito D'Rivera
8. Créditos Finales - Jerry Gonzalez & The Fort Apache Band
Calle 54 is een openlijke liefdesverklaring aan de Latin Jazz, de muziek die - aldus filmmaker Fernando Trueba - mij van het leven laat genieten zoals niets anders dat kan. Trueba neemt ons mee op een muzikale reis van de Bronx via Cuba naar Brazillie en van Argentinië via Santo Domingo naar Andalusië. Hij laat ons horen hoe deze jazz verhalen vertelt, protesteert, verleidt en bovenal levenslust uitstraalt. De film is een fantastische mix van geluid en beelden, stijlen en ritmes - van samba tot cumbia en flamenco. Trueba zocht de beste latin-jazzer-tiesten thuis op voor een kort portretje en liet ze vervolgens optreden in de Sony Music Studios aan 54th street in New York. (Vandaar de titel van de film: Calle is Spaans voor straat). Hier beschikt men over de allerbeste geluidstechniek. Het resultaat is een swingende muziekfilm, die tegelijk een historisch document is. One of the most important films ever made about jazz - New York Times
Calle 54 is an open declaration of love for the Latin Jazz, the music - says filmmaker Fernando Trueba - let me enjoy life as nothing else can. Trueba takes us on a musical journey from the Bronx through Cuba to Brazil and Argentina from Santo Domingo to Andalusia. He let us know how it tells stories about jazz, protest, and above seduces for life radiates. The film is a fantastic mix of sound and images, styles and rhythms - from samba to cumbia and flamenco. Trueba was looking for the best Latin-Jazzer Tiest home for a short portrait and let them occur in the Sony Music Studios on 54th Street in New York. (Hence the title of the film: Calle is Spanish for street). Here we have the best audio technology. The result is a swinging musical film, which is also a historical document. One of the must important films ever made about jazz - New York Times
1. Panamericana - Paquito D'Rivera
2. Samba Triste - Eliane Elias
3. Oye Cómo Viene - Chano Dominguez
4. Earth Dance - Jerry Gonzalez & The Fort Apache Band
5. From Within - Michel Camilo
6. MEDLEY: Introducción/Llamerito/Tango-Bolivia - Gato Barbieri
7. New Arrival - Tito Puente
8. Caridad Amaro - Chucho Valdés
Disk 2
1. Afro-Cuban Jazz Suite - Chico O'Farrill
2. Lágrimas Negras - Bebo Valdés
3. Compa Galletano - Puntilla Y Nueva Generación
4. La Comparsa - Bebo Valdés
5. That's All It Was - Eliane Elias
6. Cómo Fue - Chano Dominguez
7. Parisian Thoroughfare - Paquito D'Rivera
8. Créditos Finales - Jerry Gonzalez & The Fort Apache Band
Calle 54 is een openlijke liefdesverklaring aan de Latin Jazz, de muziek die - aldus filmmaker Fernando Trueba - mij van het leven laat genieten zoals niets anders dat kan. Trueba neemt ons mee op een muzikale reis van de Bronx via Cuba naar Brazillie en van Argentinië via Santo Domingo naar Andalusië. Hij laat ons horen hoe deze jazz verhalen vertelt, protesteert, verleidt en bovenal levenslust uitstraalt. De film is een fantastische mix van geluid en beelden, stijlen en ritmes - van samba tot cumbia en flamenco. Trueba zocht de beste latin-jazzer-tiesten thuis op voor een kort portretje en liet ze vervolgens optreden in de Sony Music Studios aan 54th street in New York. (Vandaar de titel van de film: Calle is Spaans voor straat). Hier beschikt men over de allerbeste geluidstechniek. Het resultaat is een swingende muziekfilm, die tegelijk een historisch document is. One of the most important films ever made about jazz - New York Times
Calle 54 is an open declaration of love for the Latin Jazz, the music - says filmmaker Fernando Trueba - let me enjoy life as nothing else can. Trueba takes us on a musical journey from the Bronx through Cuba to Brazil and Argentina from Santo Domingo to Andalusia. He let us know how it tells stories about jazz, protest, and above seduces for life radiates. The film is a fantastic mix of sound and images, styles and rhythms - from samba to cumbia and flamenco. Trueba was looking for the best Latin-Jazzer Tiest home for a short portrait and let them occur in the Sony Music Studios on 54th Street in New York. (Hence the title of the film: Calle is Spanish for street). Here we have the best audio technology. The result is a swinging musical film, which is also a historical document. One of the must important films ever made about jazz - New York Times
mariza - terra
1. Já Me Deixou
2. Minh'Alma
3. Rosa Branca
4. Recurso
5. Beijo De Saudade
6. Vozes Do Mar
7. Fronteira
8. Alfama
9. Tasco Da Mouraria
10. Alma De Vento
11. Se Eu Mandasse Nas Palavras
12. As Guitarras
13. Pequenas Verdades
14. Morada Aberta
2. Minh'Alma
3. Rosa Branca
4. Recurso
5. Beijo De Saudade
6. Vozes Do Mar
7. Fronteira
8. Alfama
9. Tasco Da Mouraria
10. Alma De Vento
11. Se Eu Mandasse Nas Palavras
12. As Guitarras
13. Pequenas Verdades
14. Morada Aberta
Mariza is half Mozambiquaans, half Portugees. Ze is op haar derde van Mozambique naar Portugal verhuist en belandde daar in Lissabon, in de volkswijk Alfama, die wijk staat ook bekend als de bakermat van de fado.
Op haar laatste cd, ‘Terra’ bezingt Mariza haar wijk, maar deze cd is tevens een stap úit die wijk. Met musici uit Engeland, Cuba, Spanje en Brazilie, omhelst Mariza muzikale invloeden uit alle windstreken. ‘Terra’ heeft nog steeds de wortels stevig verankerd in de fado, maar juist de vleugjes van buitenaf maken dat dit album sprankelt en een aanrader voor iedere fado-liefhebber.
Mariza is half Moz, half Portuguese. She is on her third from Mozambique to Portugal, and ended up moving there in Lisbon, popularly Alfama district, the district is also known as the birthplace of fado.
On her latest CD, "Terra" Mariza sings her ward, but this CD is also a step out of that district. With musicians from England, Cuba, Spain and Brazil, Mariza embraces musical influences from all corners. 'Terra' still has its roots firmly anchored in the fado, but the hints of the outside make this album sparkles and a must for any lover of Fado.
On her latest CD, "Terra" Mariza sings her ward, but this CD is also a step out of that district. With musicians from England, Cuba, Spain and Brazil, Mariza embraces musical influences from all corners. 'Terra' still has its roots firmly anchored in the fado, but the hints of the outside make this album sparkles and a must for any lover of Fado.
dinsdag 16 november 2010
amira -rosa
1. U Djul Basci
2. Jutros Mi Je Ruza Procvjetala3. Mene Majka Jednu Ima
4. Si Zaljubiv Edno Momce
5. Blaguno Dejce Mori
6. Kraj Potoka Bistre Vode
7. Mita, Bekrija
8. Zajdi, Zajdi
9. Mujo Djogu Po Mejdanu Voda
10. Bogata Sam, Imam Svega
11. Da Sam Ptica
12. Sinoc Meni Prodje Asiklija
Dat je heus geen zwaar doorleefde en doorrookte stem hoeft te hebben om de Balkanblues te zingen, bewijst de nog jonge Amira. De 31-jarige uit Sarajevo afkomstige alt viel al eerder op toen ze een gastrol had op de cd A Secret Gate van Mostar Sevdah Reunion. Nu ondersteunt de beroemde band uit de eens zo zwaar getroffen Bosnische stad dit nieuwe talent op haar indrukwekkende debuut-cd Rosa.
Amira's kristalheldere stem mag dan nauwelijks een krasje bevatten, haar geluid zit boordevol melancholie. Door haar voorkeur voor 'sevdalinka's' - de meest ontroerende vorm van Bosnische muziek - is het een cd vol meeslepende ballads geworden. En waar het Amira ontbreekt aan diepe kerven in haar stemgeluid, zijn er altijd nog de doorgewinterde muzikanten van Mostar Sevdah, die met viool, accordeon of klarinet aan je ziel krabben. Grensoverschrijdende duetten met delicate pianoarrangementen en een overstuurde 'saz' (Turkse luit) zetten de traditionele sevdah-liederen ook nog eens in een uitdagend kader, ver buiten de gangbare Balkanmuziek.
That you do not really heavily weathered and smoky voice need to bring the Balkans to sing blues, shows the young Amira. The 31-year-old from Sarajevo coming alt fell earlier when she was a guest on the CD A Secret Gate by Mostar Sevdah Reunion. Now supports the famous band from the once hard-pressed Bosnian town of this new talent on its impressive debut CD Rosa.
Amira's crystal clear voice may contain barely a scratch, her sound is full of melancholy. Because of her preference for sevdalinka's' - the most moving form of Bosnian music - it's a CD full of ballads become compelling. And where it lacks Amira deep carving in her voice, there is always the seasoned musicians of Mostar Sevdah, with violin, accordion and clarinet to scratch your soul.
Cross-border duets with delicate piano arrangements and an overdriven "saz (Turkish lute) put the traditional Sevdah songs, also in a challenging environment, well beyond the usual Balkan music.
stelios petrakis - akri tou dounia
castellas
stin akri tou dounia
fotia
kyma ke vrahos
lava
raks aksagi
messomoulianitikes kondylies
karagumruk
reng e yunan
sitia
stelios petrakis(griek)...lyra,laouto,saz,divan saz,çura
bijan chemirani(iranier)...zarb,daf,bendir
vasilis stavrakakis(griek)...stem
het ontdekken van het Oosten en de wereld van plectra.De lome ritmes van een meesterwerk uit griekenland.Het album weerspiegelt het land die viert (Kreta). het is als een beeldhouwwerk uitgehouwen in de zee, omgeven door muziek en poëzie ontwindt in de meest beklijvende oosterse melodieën ....
discovering the orient and the world of plectra.the languid rhythms of a masterpiece from greece.this album reflects the land it celebrates(crete).it is like a carving sculpted in the sea,surrounded by music and poetry entwined into the most haunting oriental melodies....
Abonneren op:
Posts (Atom)